18 APRIL
‘We vroegen God nederig onze tekortkomingen weg te nemen.’
Stap Zeven
Zodra we er helemaal klaar voor zijn om onze tekortkomingen te laten wegnemen, zijn velen van ons er ook helemaal klaar voor. Gek genoeg wordt het dan pas echt lastig. Hoe meer we vechten om onszelf te ontdoen van een bepaalde tekortkoming, des te taaier die tekortkoming lijkt te worden. Het maakt ons nederig wanneer het tot ons doordringt dat wij niet alleen machteloos staan tegen onze verslaving, maar ook tegen onze karaktergebreken.
Uiteindelijk gaat er een lampje branden. De zevende stap stelt niet dat wij onszelf van onze tekortkomingen ontdoen. Het gaat erom dat we aan onze Hogere Macht vragen of deze ons ervan wil bevrijden. Gaandeweg richten we het vizier in ons dagelijks gebed op iets anders. We geven toe dat we onszelf niet beter kunnen maken en we vragen onze Hogere Macht om voor ons datgene te doen waar wij zelf niet toe in staat zijn. En dan wachten we.
Met ons programma kunnen we dagenlang in Stap Zeven blijven hangen. Mogelijk ervaren we geen plotselinge en volledige bevrijding van onze gebreken. Maar wij ervaren vaak wel een kleine verschuiving in onze waarneming van onszelf en anderen. Door de bril van de zevende stap, kijken we met een minder kritische blik naar anderen in onze omgeving. Wij weten dat velen van hen ook worstelen met tekortkomingen waar ze graag vanaf zouden willen. We weten ook dat zij, net als wij, machteloos zijn over hun eigen gebreken. We vragen ons af of zij ook nederig in gebed gaan om hun gebreken te laten wegnemen.
Wij beginnen anderen te beoordelen zoals we geleerd hebben onszelf te beoordelen: met een mededogen dat voortkomt uit deemoed. Als we naar anderen kijken - en naar onszelf blijven kijken - dan kunnen we eindelijk zeggen ‘Ik snap het’.
ALLEEN VOOR VANDAAG
God, help mij om door de bril van Stap Zeven te kijken. Help mij om het te begrijpen.